het pruttelen, het geluid van zachtjes koken, borrelen - Voorbeeld: ‘Nu ging het gerucht weer aan 't soezen, ineengesmolten prutteling, als gezang van een dampende theeketel op een uitsmeulend vuurken’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php