[Let op: Spelling en uitleg uit 1920] patricisch gesl. 1)
T. Quinctius Capitolīnus Barbātus, een dapper held, consul in 471, 468, 465, 446, 443 en 439, streed bij herhaling tegen de Aequers, Volscen en andere naburen van Rome.
—2)
L. Quinctius Cincinnātus (= krullebol) was consul suffectus in 460. Na ...
Gevonden op
https://gutenberg.org/cache/epub/34955/pg34955-images.phpl
Geen exacte overeenkomst gevonden.