
de Quitoër zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: Quitoërs (meerv.) Verbuigingen: Quitoërtje (verkleinwoord)
inwoner van de stad Quito Voorbeeld: 'De Quitoërs hielden een indrukwekkende demonstratie.' . Deze woorden beginnen met Quitoër: • Quitoërs ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Quitoër
Geen exacte overeenkomst gevonden.