ouwehoeren werkw. Uitspraak: [ ɑuwə'hurə(n) ] Afbreekpatroon: ou·we·hoe·ren Vervoegingen: ouwehoerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geouwehoerd (volt.deelw.) op een vervelende wijze of een lange tijd over iets spreken Voorbeelden: 'Als mijn oom een beetje teveel gedronken heeft, dan kan hij niet stoppen met ouwehoeren.' , 'Er... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ouwehoeren