radbraken werkw. Afbreekpatroon: rad·bra·ken Verbuigingen: radbraakte Vervoegingen: geradbraakt (volt.deelw.) ter dood brengen door opbinding op een rad en het breken van alle botten in de ledematen gevolgd door een zware slag op de hartstreek Voorbeeld: 'Tot in de tijd van het Koninkrijk Holland werden er mensen geradbraakt.' . Synonieme... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/radbraken
Spreekwoorden: (1914) Radbraken, d.w.z. verknoeien, bederven, vooral van eene taal gezegd: slecht spreken, haar den hals breken; mnl. radebraken; hd. radebrechen (eine Sprache). Eig. beteekent dit wkw. op of onder een rad (de leden van een misdadiger) breken, kneuzen (vgl. ledebraken, ledebreken, verknoeien, en de uitdr. ... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778