de rat zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ rɑt ] Verbuigingen: ratten (meerv.) knaagdier met een lange, kale staart als ratten in de val zitten (op geen enkele manier kunnen ontsnappen) Spreekwoorden en zegswijzen • in de rat s zitten (=bang zijn of angst hebben / in de problemen zitten) Naar de spreekwoorden I...
1) Achterbaks persoon 2) Bende 3) Dier 4) Eilandengroep bij alaska 5) Gemene persoon 6) Geslepen kerel 7) Gevreesd in de keuken 8) Gliuiperd 9) Gluiperd 10) Horloge (volkstaal) 11) Kegelterm 12) Knaagdier 13) Knagend knaagdier 14) Knaagt aan kabels 15) Kruipend ongedierte 16) Onderkruiper 17) Ongedierte 1) Armoedzaaier 2) Buidelrat 3) Gelukzoeker 4) Awari 5) Horloge 6) Kerkrat 7) Knaagdier 8) Koffierat 9) Loewak 10) Muskusrat 11) Pestrat 12) Rijstrat 13) Slimmerik 14) Spitsrat 15) Stekelrat 16) Veldrat 17) Woelrat 
knaagdier (toon de herkomst via de etymologiebank)
knaagdier dat lijkt op grote muis vb: er zitten ratten in de sloot
• [dierkunde] muisachtig knaagdier van het geslacht Ratten.
knaagdier
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Amerikaans), werkman, die beneden het, met zijne vakgenooten overeengekomen loon werkt; ontrouw lid van een vereniging.
knaagdier
Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 onderkruiper. Uit 't Engelsch overgenomen.