de rector zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈrɛktɔr ] Afbreekpatroon: rec·tor Verbuigingen: rectors, rectoren (meerv.) de rec - trix zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈrɛk - trɪks ] Afbreekpatroon: rec·tor Verbuigingen: rectrices (meerv.) directeur van een school voor middelbaar onderwijs Synoniemen: hoofd hoofdonderwijzer schooldirecteur ...
1) Universiteitsbestuurder 2) Bestuurslid 3) Bestuurder 4) Beroep 5) Gymnasiumdirecteur 6) Schooldirecteur 7) Schoolhoofd 8) Kloosterhoofd 9) Kloosteroverste 10) Universiteitshoofd 11) Academische functie 12) Onderwijsman 13) Voorzitter van een corps of senaat 14) Hoofd van een universiteit 15) Directeur van een school 
(Let op: oude spelling) een der controles van Stainton Moses.
hoofd van een klooster of een onderwijsinrichting
Let op: Spelling van 1858 Lat., een opziener, bestuurder of eerste leeraar van eene Latijnsche school of een gymnasiüm. Rector magnificus, de opperbestuurder van eenen akademischen raad of senaat. Rectoraat, de waardigheid of het ambt van eenen rector
Bestuurder en zielzorger van niet-parochiële gemeenschap, b.v. van een kloostercommunauteit of inrichting.
kloosteroverste; schooldirecteur (toon de herkomst via de etymologiebank)
(Latijn=bestuurder) Priester die zielzorg uitoefent in een niet-parochiële kerk (ziekenhuis, een bejaardenhuis of een kloosterkerk).
geestelijke wiens kerk geen parochiekerk is, maar bijvoorbeeld een kloosterkerk.
iemand die de leiding heeft op een school voor voortgezet onderwijs vb: de lastige leerling moest bij de rector komen
hoofd van klooster of onderwijsinrichting
Een rector is de directeur van een school voor VWO/Havo(/Gymnasium). [basiswoordenlijst groep 8]