relaxen werkw. Uitspraak: [ riˈlɛksə(n) ] Afbreekpatroon: re·laxen Vervoegingen: relaxte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gerelaxt (volt.deelw.) je ontspannen Voorbeeld: 'relaxen in de sauna' Synoniem: relaxeren Synoniemen: chillen ontspannen rusten uitrusten verpozen zich ontspannen 
1) Zich verpozen 2) Uitrusten 3) Zich ontspannen 4) Tot rust komen 5) Ontspannen 6) Verpozen 7) Ontspannen uitrusten 8) Even stoppen 9) Chillen 10) Rusten 
zich ontspannen
Behandeling waarbij de haarstructuur van krullend naar stijl wordt veranderd. Ook wel ‘straighten’ genoemd.
zich ontspannen (toon de herkomst via de etymologiebank)
tot rust komen door iets prettigs vb: ik kan heerlijk relaxen bij deze muziek Synoniem: ontspannen Tegenstelling: inspannen
•de tijd nemen zich te ontspannen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.