het reservewiel zelfst.naamw. Afbreekpatroon: re·ser·ve·wiel Verbuigingen: reservewielen (meerv.) Verbuigingen: reservewieltje (verkleinwoord) een band/wiel die ter reserve wordt aangehouden en bedoeld is om te gebruiken indien een andere band kapot gaat. Voorbeeld: 'Toen de autoband was geklapt heb ik de reservewiel op de auto gezet.' ....
1) Deel van een auto 2) Extra autoband 3) Extra band 4) Noodrad 5) Deel van een voertuig 6) Vervangend auto-onderdeel 1) Noodrad