resteren werkw. Uitspraak: [ rɛsˈterə(n) ] Afbreekpatroon: res·te·ren Vervoegingen: resteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is geresteerd (volt.deelw.) overblijven Voorbeeld: 'Van de oude stadsmuur resteert nog slechts een klein gedeelte.' Synoniem: resten Synoniemen: blijven overblijven resten toeven verblijven Gevonden op https://woorden.org/woord/resteren
niet gebruikt zijn, niet voorbij zijn vb: nu resteren ons nog drie dagen, dan is de vakantie om Synoniem: overblijven Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/