ridicuul bijv.naamw. Uitspraak: [ ridiˈkyl ] Afbreekpatroon: ri·di·cuul belachelijk Synoniemen: belachelijk lachwekkend 7 definities
1) Absurd 2) Belachelijk 3) Bespottelijk 4) Idioot 5) Lachwekkend 1) Absurd 2) Belachelijk 3) Bespottelijk 4) Lachwekkend 
Let op: Spelling van 1858 ridicule, Fr, belagchelijk, bespottenswaard. Ridicule, reticule, eene kleine werkbeurs der vrouwen
belachelijk (toon de herkomst via de etymologiebank)
belachelijk Voorbeeld: Het was een ridicuul besluit.
belachelijk
belachelijk
Belachelijk 
belachelijk