rijven werkw. Uitspraak: [ 'rɛivə(n) ] Afbreekpatroon: rij·ven Vervoegingen: reef (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gereven (volt.deelw.) met een hark bijeenbrengen Voorbeeld: 'Waar is papa? Hij is in de tuin bladeren bij elkaar aan het rijven.' Synoniem: harken 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rijven