de roeper zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: roe·per Verbuigingen: roepers (meerv.) Verbuigingen: roepertje (verkleinwoord) 1) iemand die roept bijv. een afslager 2) iets waarmee men kan roepen, een megafoon of scheepsroeper . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/roeper
1> trechtervormige constructie waarmee het mondgeluid gericht en daardoor versterkt wordt. Zie ook scheepsroeper. O.a. genoemd in: De nieuwe wetgeving op de Rijnvaart van 1869. 2> het persoon dat van voorgaand instrument gebruik maakt. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=rik#roeper