rondrijden werkw. Uitspraak: [ 'rɔntrɛidə(n) ] Afbreekpatroon: rond·rij·den Vervoegingen: reed rond (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft rondgereden (volt.deelw.) in verschillende richtingen of in een cirkel rond iets rijden Voorbeelden: 'We hebben eerst nog een uur rondgereden voordat we het hotel gevonden hadden.' , 'een beetje ro... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rondrijden