rondvaren werkw. Afbreekpatroon: rond·va·ren Verbuigingen: voer rond Vervoegingen: rondgevaren (volt.deelw.) 1) enz. 2) iemand op een boot meenemen op een rondvaart Voorbeeld: 'Hij heeft ons die middag rondgevaren door de Amsterdams grachten.' 3) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rondvaren