de rover zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ro·ver Verbuigingen: rovers (meerv.) Verbuigingen: rovertje (verkleinwoord) iemand die door geweldpleging iemand besteelt Voorbeelden: 'Robin Hood staat bekend als een rover die de rijken bestal, maar de armen hielp.' , 'de grootste rovers vinden we nog altijd in de top van het bedrijfsleven' . S...
1) Automerk 2) Baanstroper 3) Bandiet 4) Boef 5) Boekanier 6) Brits automerk 7) Dief 8) Ellendeling 9) Engels automerk 10) Gapper 11) Gevaarlijk persoon 12) Iemand die met geweld ontneemt 13) Iemand die met geweld steelt 14) Iemand die steelt 15) Iemand die van roof leeft 16) Inbreker 17) Jatter 18) Kampak 1) Baanstroper 2) Bandiet 3) Dief 4) Gapper 5) Gauwdief 6) Hommel 7) Inbreker 8) Jatter 9) Kaper 10) Ladenlichter 11) Misdadiger 12) Ontvoerder 13) Overvaller 14) Pikker 15) Piraat 16) Plunderaar 17) Rampok 18) Ripper 19) Schavuit 20) Schurk 21) Steler 22) Struikrover 23) Tasjesdief 
Rover is een Engelse jongensnaam. Het betekent `dwaler`.
iemand die steelt en daarbij geweld gebruikt vb: de rover gaf de winkelier een klap tegen zijn hoofd
•iemand die door geweldpleging iemand besteelt.
plunderaar