I schaven werkw. Uitspraak: [ ˈsxavə(n) ] Afbreekpatroon: scha·ven Vervoegingen: schaafde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschaafd (volt.deelw.) met een schaaf dunner, vlakker of gladder maken II zich schaven reflexief werkw. Uitspraak: [ ˈsxavə(n) ] Afbreekpatroon: scha·ven Vervoegingen: schaafde zich (verl.tijd enkelv.) Ve...
1) Schrijnen 2) Schrammen 3) Vlakken 4) Oneffenheden wegnemen 5) Ontvellen 6) Dunnen 7) Schroeven 8) Gladmaken 9) Schuren 10) Houtbewerken 11) Polijsten 12) Timmermanswerk 13) Verspanende bewerking van metalen 14) Houtbewerking 15) Verspaningstechniek 16) Effenen 17) Zoeten 18) Fijnmaken 19) Slijten 
gladmaken
Gereedschap dat wordt gebruikt om het oppervlak van hout glad en egaal te maken door er houtkrullen af te schaven.
Schilfers maken. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Het glad maken of het vrij van radioactieve besmetting maken van betonoppervlakken met behulp van schijven bezet met diamantplaatjes of een diamantlaag.
gladmaken (toon de herkomst via de etymologiebank)
Schilfers maken.
het glad maken door er een dun laagje af te halen vb: ik schaafde de plank glad
'Schaven' is een verspaningstechniek waarbij materiaal per strook wordt afgenomen met een schaaf, in een snijbeweging. Materialen, die geschaafd worden, zijn bijvoorbeeld hout of metaal.
• [ov] gladmaken door middel van een schaaf. • [refl] verwonder door wegscheuring van de huid. • [ov] door middel van een schaaf in plakjes snijden.
gladmaken
Schaven is een ruw oppervlak glad maken. [basiswoordenlijst groep 6]