de/het sas zelfst.naamw. Uitspraak: [ sɑs ] Verbuigingen: sassen (meerv.) 1) sluis met een afsluiting aan twee kanten om vaartuigen te schutten Voorbeeld: 'sasdijk' Synoniem: schutsluis 2) in zijn sas zijn (tevreden zijn) Synoniem: in zijn nopjes zijn Synoniemen: schik schutsluisje sluis sluiskolk verlaat Spreekwo...
1) Luchtvaartmaatschappij 2) Computerterm 3) Ontstekingsmiddel 4) Nopjes 5) Luchtsluis 6) Wieling 7) Kruitmengsel 8) Verlaat 9) Springstof 10) Spui 11) Sluis 12) Sluis in een rivier 13) Sluiskolk 14) Sluispoortje 15) Ontploffingsmiddel 16) Deel van een vaarwater 17) Schik 18) Kleine sluis 19) Schepenpas 
1> synoniem voor schut sluis. Een enkele maal ook sassluis genoemd. 2> synoniem voor sluiskolk.
Zeer brandbaar pyrotechnisch middel, toegepast voor de ontsteking van munitie of als lichtspoormunitie.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] in Sas van Gent, Strijensas e. derg., betekent schutsluis, dubbele sluis.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Sas``] Elk mengsel van zuurstof leverende ligchamen en brandbare zelfstandigheheden. De felle verbranding der laatsten in de vrijgeworden zuurstof der eersten is de oorzaak van de groote werking der sassen, die naar mate van hunne meer of minder snelle verbranding in vlugge en trage onderscheiden worden...
mengsel voor vuurwerk - Jaar van herkomst: 1785 (Toll. )
Let op: Spelling van 1858 Son Altesse Sérénissime, Fr., Zijne of Hare Doorluchtige Hoogheid
[Soldatentaal, 1914] in z'n sas zijn: blij zijn.
Schade Alarm Service van een autoverzekeringsmaatschappij
drevel (toon de herkomst via de etymologiebank)
Slaapapneusyndroom (Afkorting in de geneeskunde)
'Saš' is een plaats in de Servische gemeente Tutin.
een kruitmengsel [ook: sats].
sluis