schakelen werkw. Uitspraak: [ ˈsxakələ(n) ] Afbreekpatroon: scha·ke·len Vervoegingen: schakelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschakeld (volt.deelw.) de versnelling van een voertuig bedienen Voorbeelden: 'doorschakelen naar de derde versnelling' , 'terugschakelen' 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schakelen
de versnelling van een voertuig bedienen vb: ik schakelde naar de vierde versnelling achter elkaar zetten en verbinden vb: deze elementen zijn geschakeld Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=schakelen