schurk, schelm, onbeschoft mens - Voorbeeld: ‘Zij dachten echter niet aan hun eigen schabberig voorkomen, wat het wijf van zulke luizige scheuvels en sloebersvolk wel denken moest’ - Voorbeeld: ‘Hoe oud mag Knorre wel zijn? In de zeventig misschien? Die man heeft al wat afgesjiekt. Zijn beste tijd is ook voorbij... 't Zal een klein ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php