schielijk bijv.naamw. Uitspraak: [ 'sxilək ] Afbreekpatroon: schie·lijk snel of plotseling Voorbeeld: 'een schielijke dood' Synoniemen: : haastig, vlug Synoniemen: aanstonds abrupt bruusk daarnet daarstraks dadelijk eensklaps gauw haastig hard juist meteen net onverwacht opeens pas plots plotseling plotsklaps snel subiet vlug zo 4 definit...
1) Aanstonds 2) Abrupt 3) Bruusk 4) Daarnet 5) Daarstraks 6) Dadelijk 7) Driftig 8) Eensklaps 9) Gauw 10) Haastig 11) Hard 12) Juist 13) Meteen 14) Net 15) Onverwacht 16) Onverwachts 17) Opeens 18) Overijld 19) Pas 20) Plots 21) Plotseling 22) Plotseling intredend 23) Plotsklaps 24) Precipitato 25) Ras 
haastig (toon de herkomst via de etymologiebank)
•"verouderend": plotseling. •tweede betekenisomschrijving.
haastig, plotseling - Woordfeit: Schielijk is een woord dat in het Middelnederlands ontstaan is. Het is een afleiding van het werkwoord schien of scien, dat `(plotseling) gebeuren` betekende en dat in het Nederlands ook voortleeft in geschieden `gebeuren`. Sc(h)ien gaat terug op een oud werkwoord voor `snel bewege...
haastig, plotseling
haastig