de Schortelwoensdag zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Schor·tel·woens·dag Verbuigingen: Schortelwoensdagen (meerv.) Verbuigingen: Schortelwoensdagje (verkleinwoord) de woensdag voor Pasen, waarop alle orgelmuziek, klokluiden e.d. geschorst werd tot paaszaterdag . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Schortelwoensdag