de schotel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈsxotəl ] Afbreekpatroon: scho·tel Verbuigingen: schotels (meerv.) 1) aardewerken bordje Voorbeeld: 'kop en schotel' 2) gerecht culinair Voorbeelden: 'ovenschotel' , 'dagschotel' Synoniem: gerecht Synoniemen: dis gerecht kom schaal schotelantenne Spreekwoord...
1) Aad 2) Bakje 3) Bord 4) Dis 5) Eetschaal 6) Gang 7) Gerecht 8) Grendel 9) Menu 10) Ovenpaal 11) Pateel 12) Plat 13) Plateel 14) Platine 15) Plattel 16) Schaal 17) Schieter 18) Schietplank 19) Schroot 20) Slotschoot 21) Spijs 22) Teil 23) Telloor 24) Test 1) Ankersleutel 2) Antenne 3) Bekken 4) Bord 5) Deel van een servies 6) Deel van een theeservies 7) Deel van het servies 8) Dis 9) Disgerecht 10) Drinkgerei 11) Eten 12) Gerecht 13) Keukengerei 14) Kom 15) Nap 16) Ondiepe schaal 17) Ovenpaal 18) Ovenplank 19) Pateel (volkstaal) 20) Patina 21) Plat vat 
De saucer of schotel is een koerspatroon uit de technische analyse die het einde van een neerwaartse trend aankondigt. ( > beleggen > analyse > technisch > koerspatronen)
grendel (toon de herkomst via de etymologiebank)
platte schaal vb: we kochten zes kop en schotels
Tot de groep schotels worden die exemplaren gerekend die een diameter vanaf 26 centimeter hebben. Bij kleinere exemplaren wordt in het algemeen over borden gesproken.
•platte ronde schaal met opstaande rand. •een gerecht. •"(meestal verkleinwoord)" een schaaltje onder een kopje •een antenne voor televisieontvangst. •"een vliegende schotel": een omstreden discusvormig object dat door de lucht zweeft, ufo.
schaal
schaal
Gebruik de term: lavaboschotel. Zie ook: lavabokan