schroeien werkw. Uitspraak: [ ˈsxrujə(n) ] Afbreekpatroon: schroei·en Vervoegingen: schroeide (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschroeid (volt.deelw.) verbranden aan de oppervlakte Voorbeeld: 'Het vlees was geschroeid aan de buitenkant en van binnen niet gaar.' Synoniemen: bakken blakeren uitdrogen 8 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schroeien
Uit `De lagere vaktalen: Taal van kuipers, klompenmakers en kurkensnijders` 1914 zuiver maken. De blokmaker doet dat werk met eene boor.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742
het fijn rimpelen van een verflaag. Oorzaak: geforceerd drogen in de felle zon, of door aanbrengen van te grote laagdiktes. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10831