de schulp zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ sxʏlp ] Verbuigingen: schulpen (meerv.) in je schulp kruipen (niets meer zeggen doordat je je gewetst of onzeker voelt) iemand uit zijn schulp lokken (iemand proberen te overhalen om minder onzeker of verlegen te zijn) uit je schulp kruipen (je niet langer verlegen of onzeker opstellen) Spreekw... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schulp
Spreekwoorden: (1914) In zijn schulp (of schelp) kruipen d.w.z. achteruitkrabben, bakzeil trekken; eig. gezegd van een slak of een ander schelpdier, dat zich uit vrees in zijne schelp terugtrekt. De uitdrukking komt in de 16<sup>de<-sup> eeuw o.a. voor bij Marnix, Byenc. 1 r: Soo ghebruyckt hier onse Meester G... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778