selecteren werkw. Uitspraak: [ selɛkˈterə(n) ] Afbreekpatroon: se·lec·te·ren Vervoegingen: selecteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geselecteerd (volt.deelw.) (iets of iemand) kiezen uit een aantal mogelijkheden of een geheel Voorbeelden: 'een stuk tekst selecteren om te kopiëren' , 'twee van de tien sollicitanten selecter...
1) Kiezen 2) Lezen 3) Scheiden 4) Schiften 5) Uitkiezen 6) Uitlezen 7) Uitpikken 8) Uitsplitsen 9) Uitzoeken 10) Ziften 1) Kiezen 2) Scheiden 3) Schiften 4) Uitgelezen prijzen uitzoeken 5) Uitkiezen 6) Uitlezen 7) Uitpikken 8) Uitsorteren 9) Uitverkiezen 10) Uitzoeken 11) Ziften 
een keuze maken uit verschillende mogelijkheden vb: de beste leerlingen werden geselecteerd Synoniemen: uitzoeken uitkiezen
uitkiezen
Het uitkiezen op basis van een bepaald criterium (een vooraf gekozen fokdoel). Bij het fokken van gedomesticeerde planten of dieren worden doorgaans alleen die exemplaren geselecteerd als ouderdieren die de gewenste eigenschappen bezitten. Een rundveehouder die kan kiezen, fokt alleen met de stier die dochters krijgt die veel melk geven. Door selec...
Iets uitkiezen of verkiezen boven een andere of anderen.
1 - geoogste druiven selecteren, de goede druiven apart houden van de minder goede. Zie ook: table de tri 2 - selecteren in de wijngaard. Minder trossen aan een wijnstok levert meer energie, mineralen en voedingsstoffen per druif, wat een betere rijping van het fruit oplevert. FR: triage