sissen werkw. Uitspraak: [ ˈsɪsə(n) ] Afbreekpatroon: sis·sen Vervoegingen: siste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesist (volt.deelw.) een hoog blazend geluid maken dat lijkt op een lang uitgesproken s Voorbeelden: 'sissende slangen' , 'De boter sist in de hete braadpan.' Synoniemen: blazen fluisteren gesis lispelen piepen 4 def...
1) Blazen 2) Dierengeluid 3) Een scherp blazend geluid maken 4) Een scherp geluid maken 5) Een scherp geluid voortbrengen 6) Een sissend geluid maken 7) Fluisteren 8) Fluiten 9) Fluiten met de mond 10) Geluid maken 11) Geluid van een slang 12) Gesis 13) Piepen 14) Scherp blazen 15) Scherp blazend geluid 1) Blazen 2) Fluisteren 3) Fluiten 4) Gesis 5) Kissen 6) Lispelen 7) Schuifelen 8) Snerken 9) Snerpen 10) Snirsen 11) Snorren 12) Sijfelen 13) Sijpelen 
scherp geluid maken (toon de herkomst via de etymologiebank)
een lang aangehouden s laten horen vb: de slang siste dat ze een hap van de appel moest nemen
• [inerg] hoogfrequente ruis voortbrengen, zoals het geluid van de s-klank. • tweede betekenisomschrijving • enz.
scherp geluid maken
scherp geluid maken