(Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) (van Hebr. sjachat: slachten): een stuk vee dooden in den Joodsch-ritueelen slachttrant. Zie sjouchet, sjechito. In overdrachtelijken zin: iemand sjechten: iemand den hals afsnijden, iemand ruïneeren. Het verl. deelwoord is gesjochten: geslacht. In overdrachtelijken zin vaa...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10740
Geen exacte overeenkomst gevonden.