het slakkenhuis zelfst.naamw. Afbreekpatroon: slak·ken·huis Verbuigingen: slakkenhuizen (meerv.) Verbuigingen: slakkenhuisje (verkleinwoord) 1) de schelp van een slak 2) het inwendige deel van het oor, cochlea Voorbeeld: '- Om te zien welk scenario waarschijnlijker is, bestudeerden de Chinezen de embryonale ontwikk...
1) Cochlea 2) Deel van de gehoorgang 3) Deel van het binnenoor 4) Deel van het inwendig oor 5) Deel van het oor 6) Deel van het oor (inwendig en uitwendig) 7) Hoorn 8) Huis 9) Lichaamsdeel 10) Deel van een oor 11) Schelp van een slak 12) Schelp van een weekdier 13) Woning voor tweeslachtig diertje 1) Cochlea 2) Hoorn 
1 Schelp van een slak (weekdieren - Gastropoda ) 2 Onderdeel van het binnenoor (Lat. cochlea)
1) uitwendig skelet van sommige slakkensoorten; schelp die zich op de rug van een slak bevindt en die een typische gedraaide spiraalvorm heeft 2) spiraalvormige, met vloeistof gevulde gang binnen in het oor dat geluidstrillingen doorgeeft aan de gehoorzenuw; binnenoor; cochlea 3) spiraalvormig deel van een centrifugaalpomp waa...
binnenoor voor de geluidswaarneming (cochlea)
Gedeelte van het gehoororgaan, waarin vloeistoftrillingen worden omgezet in impulsen. In het slakkenhuis bevindt zich het orgaan van Corti.
deel van het binnenoor, gevuld met vloeistof. Het ontvangt geluidstrillingen van de gehoorbeentjes en zet deze om in elektrische signalen. Zintuigcellen in het slakkenhuis geven de signaaltjes door aan de gehoorzenuw.