1) Baggeren 2) Lebberen 3) Lubberen 4) Lurken 5) Morsen 6) Slabben 7) Slabberen 8) Slodderen 9) Slorpen 10) Slurpen 11) Smakken 12) Wapperen 1) Drinken 2) Drinken van een hond 3) Flodderen 4) Hoorbaar drinken 5) Hoorbaar eten 6) Lebberen 7) Opslobberen 8) Slabberen 9) Slorpen 10) Slurpen 11) Smakken 12) Sopperen 13) Zacht slobberend drinken 
hoorbaar drinken, slurpen (toon de herkomst via de etymologiebank)
ruim zitten - Jaar van herkomst: 1903 (WNT )