drinken werkw. Uitspraak: [ ˈdrɪŋkə(n) ] Afbreekpatroon: drin·ken Vervoegingen: dronk (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedronken (volt.deelw.) 1) (een vloeistof) in je mond nemen en doorslikken Voorbeeld: 'water drinken' 2) veel alcoholische drank gebruiken Voorbeeld: 'Hij drinkt sinds zijn vrouw dood is... Gevonden op https://woorden.org/woord/drinken
1) Slabben 2) De keel smeren 3) Lappen 4) Zwelgen 5) Vocht innemen 6) Rommel 7) Zijn dorst stillen 8) Zich verfrissen 9) Heilwensen uitbrengen 10) Opnemen van een vloeistof 11) Lichamelijke behoefte 12) Hijsen 13) Pimpelen 14) Dorst lessen 15) Zuipen 16) Vloeistof door de mond opnemen 17) Je dorst lessen Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Drinken/1
Drinken is een ander woord voor een vloeibare stof tot je nemen: limonade, water, thee en nog veel meer. [basiswoordenlijst groep 5] Gevonden op https://wikikids.nl/Drinken