snappen werkw. Uitspraak: [ ˈsnɑpə(n) ] Afbreekpatroon: snap·pen Vervoegingen: snapte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesnapt (volt.deelw.) 1) begrijpen Voorbeeld: 'Ik begin het probleem nu te snappen.' Synoniem: vatten er geen bal/geen snars/geen lor van snappen (er helemaal niets van begrijpen) 2) (iemand) ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/snappen
•iets vatten in de zin van begrijpen, doorhebben. •iemand vatten in de zin van betrappen. •tweede betekenisomschrijving. •enz. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/snappen