soeverein bijv.naamw. Uitspraak: [ suvə'rɛin ] Afbreekpatroon: soe·ve·rein die of dat de meeste macht heeft Voorbeelden: 'een soevereine staat' , 'soevereine vorsten' Synoniemen: alleenheerser autonoom heer heerser koning machthebber majesteit monarch oppermachtig prins vorst 5 definities...
1) Alleenheerser 2) Autonoom 3) Die de meeste macht heeft 4) Grootvorst 5) Heer 6) Heerser 7) Heerser 8) Koning 9) Landsheer 10) Landsvorst 11) Landsvorst 12) Machthebber 13) Majesteit 14) Monarch 15) Munt 16) Munt 17) Nederlandse munt vóór de euro 18) Nederlandse munt 19) Onafhankelijk 20) Onafhankelijk vorst 1) Alleenheerser 2) Autonoom 3) Heer 4) Heerser 5) Koning 6) Machthebber 7) Majesteit 8) Monarch 9) Onafhankelijk 10) Opperheer 11) Oppermachtig 12) Prins 13) Vorst 14) Vrijmachtig 15) Zelfstandig 
oppermachtig, vorst (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie niet afhankelijk is van een hoger gezag vb: Nederland is een soevereine staat
eigen baas in eigen gebied
Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 volksetymologie van chevrien. Zie aldaar blz. 297.
De hoogste macht hebben. Ook wel een synoniem voor vorst/koning.
Dat geen enkele baas boven staat
Britse gouden munten die oorspronkelijk een waarde hadden van 20 shilling of 1 pond sterling en die voor het eerst in 1489 werden uitgegeven. Vanaf de 16e eeuw werden ook versies van 21 en van 30 shilling uitgegeven