sonderen werkw. Uitspraak: [ sɔn'derə(n) ] Afbreekpatroon: son·de·ren Vervoegingen: sondeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesondeerd (volt.deelw.) 1) een sonde inbrengen in (een lichaamsdeel) medisch Voorbeeld: 'de blaas sonderen' 2) peilingen doen om de bodem te onderzoeken Voorbeelden: 'e...
1) Afzuigen 2) Loden 3) Peilen 4) Polsen 5) Toevoegen 6) Uithoren 7) Uitvorsen 8) Vademen 1) De diepte van een wonde onderzoeken 2) Diepte van een wond onderzoeken 3) Loden 4) Onderzoeken 5) Peilen 6) Polsen 7) Testen draagvermogen grond 8) Uithoren 9) Uitvorsen 10) Vademen 
peilen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Ander woord voor behoedzaam en op diplomatieke wijze naar iets informeren of aftasten of iemand of een bedrijf ergens toe bereid is.
Onder sonderen verstaan we het onderzoeken van de verkoopbaarheid van effecten met een bepaalde uitgiftekoers bij een emissie.
Geslacht bepalen van slangen m.b.v. een sonde..