spijbelen werkw. Uitspraak: [ ˈspɛibələ(n) ] Afbreekpatroon: spij·be·len Vervoegingen: spijbelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gespijbeld (volt.deelw.) zonder toestemming wegblijven van school of iets anders waar je heen moet Voorbeeld: 'Het was zo mooi weer, we hebben gespijbeld van school.' 4 definities...
1) Brossen 2) De school verzuimen 3) Fatsen 4) Flansen 5) Heimelijk de school verzuimen 6) Heimelijk verzuimen 7) Lessen verzuimen 8) Niet naar school gaan 9) School verzuimen 10) Schoolverzuim 11) Schouwen 12) Verzuimen 13) Verzuimen van school 14) Wegblijven van school 1) Brossen 2) Fatsen 3) Verzuimen 4) Wegblijven 
school verzuimen (toon de herkomst via de etymologiebank)
niet naar school gaan als je daar wel zou moeten zijn vb: mijn vriendje spijbelde: hij ging naar de stad in plaats van naar school
1) opzettelijk en onnodig verzuimen op school 2) niet aanwezig zijn bij een activiteit omdat men daar geen zin in heeft; wegblijven; verzuimen
school verzuimen
school verzuimen