de spijker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈspɛikər ] Afbreekpatroon: spij·ker Verbuigingen: spijkers (meerv.) metalen staafje met een platte bovenkant om ergens in te slaan met een hamer Voorbeeld: 'een spijker in de muur slaan om er een schilderij aan op te hangen' Synoniem: nagel (2) Synoniemen: klinknag klinknagel nag nagel Spreekwo...
1) Ankernagel 2) Draadnagel 3) Eenponder 4) Klampspijker 5) Klauwier 6) Klinknagel 7) Kopspijker 8) Kram 9) Lasnagel 10) Nagel 11) Platkop 12) Punaise 13) Risternagel 14) Rondhoofd 15) Rondkop 16) Rong 17) Sluiper 18) Taas 19) Taats 20) Tienduimer 1) Auto om op de kop te tikken 2) Automerk 3) Bevestigingsmiddel 4) Bouwmateriaal 5) Draadnagel 6) Gepunte metalen stift 7) Gereedschap 8) Hechtmiddel 9) Klinknagel 10) Kopnagel 11) Korenschuur 12) Lasnagel 13) Metalen pennetje 14) Nag 15) Nagel 16) Nederlands automerk 17) Pakhuis 18) Pin 19) Puntig staafje 
nagel (toon de herkomst via de etymologiebank)
lang, dun stukje ijzer om in hout te slaan vb: met zeven spijkers timmerde hij de plank vast Synoniem: nagel
Gierig
nagel
1> klein breeuwijzer voor kort werk. [ Afbeelding afb. E ] Ook spijkerijzer genoemd. 2> bijnaam voor het anker. Ook wel KROMME SPIJKER genoemd. 3> bijnaam voor spudpaal.
Niet om spijkers op laag water te zoeken, maar wat men tegenwoordig 'spijker' noemt is dat niet: dat is een draadnagel. Spijkers en nagels zijn gesmede ijzeren hulpmiddelen om twee dingen aan elkaar vast te spijkeren. Allebei zijn ze (meestal) vierkant en hebben aan de ene kant een scherpe punt, aan...
Dunne, meestal puntige bevestigingsmiddelen met een kop, ontworpen om te worden ingeslagen
Pin met één scherpe zijde en een afgeplatte zijde die doorgaans wordt gebruikt om hout vast te ‘spijkeren’. (Ook wel Draadnagels)