het sportlokaal zelfst.naamw. Afbreekpatroon: sport·lo·kaal Verbuigingen: sportlokalen (meerv.) Verbuigingen: sportlokaaltje (verkleinwoord) 1) een klaslokaal dat ingericht is op en waarin men les geeft in het schoolvak waarin gesport wordt en de kinderen kennismaken met sporten. 2) een ruimte waar mensen aan fitness d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/sportlokaal