
sprake Uitspraak: [ ˈsprakə ] Afbreekpatroon: spra·ke
1) ter sprake brengen (gaan praten over (iets of iemand))
2) er is sprake van (het gaat om (iets)) 'Hier moet sprake zijn van politieke spelletjes.' Synoniem: er is (iets) aan de hand
3) Geen sprake van! (<je zegt dit als je iets verbiedt&...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/sprake

1) Spraak
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Sprake/1

spraak 1.uitdr.: Voorbeeld: ‘
aan iemand sprake geven over iets’: spreken over Voorbeeld: ‘
Bij zichzelf en zonder aan de huisgenoten sprake te geven over zijn inzichten, had hij onderzocht en nagevraagd om beste lijnzaad te krijgen’ 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘
in de sprake vallen’: ter sprake gebracht worden, komen Voorbee...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.