sprinten werkw. Uitspraak: [ ˈsprɪntə(n) ] Afbreekpatroon: sprin·ten Vervoegingen: sprintte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gesprint (volt.deelw.) kort heel hard rennen of fietsen Synoniem: spurten Synoniemen: draven hollen pezen sjezen spurten 4 definities...
1) Draven 2) Hard lopen 3) Hard lopen of snel rijden over korte afstand 4) Hard lopen over korte afstand 5) Hard rennen 6) Hardlopen 7) Hollen 8) Pezen 9) Sjezen 10) Snel lopen 11) Sport 12) Spurten 13) Term uit de wielersport 14) Zeer snel lopen 15) Zeer snel rennen 1) Draven 2) Hardlopen 3) Hollen 4) Pezen 5) Spurten 
hard gaan over korte afstand (toon de herkomst via de etymologiebank)
•"(onovergankelijk)" een kort stuk hard rennen.
[Vergeten woorden] (st. spront, is gespronten) 1) springen
hard gaan over korte afstand
hard gaan over korte afstand