hollen werkw. Uitspraak: [ ˈhɔlə(n) ] Afbreekpatroon: hol·len Vervoegingen: holde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehold (volt.deelw.) rennen Voorbeeld: 'hard hollen om de bus te halen' Synoniem: hardlopen hollend achteruitgaan (zeer snel achteruitgaan) 'De kwaliteit van dat automerk gaat hollend achteruit.' het is hollen of sti...
1) Draven 2) Hard lopen 3) Hardlopen 4) IJlen 5) Lopen 6) Op hol slaan 7) Pezen 8) Racen 9) Rennen 10) Snel lopen 11) Snellen 12) Sprinten 13) Vliegen 14) Wijze van lopen 15) Zeer snel lopen 1) Draven 2) Hardlopen 3) Inkerven 4) Lopen 5) Pezen 6) Racen 7) Rennen 8) Snellen 9) Sprinten 10) IJlen 
hardlopen, rennen (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) zeer hard lopen; rennen 2) het binnenste uit iets weg halen; iets hol maken; iets uithollen
• [erga] zeer snel lopen (gericht). • [inerg] zeer snel lopen (ongericht).
rennen
rennen