de start zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ stɑrt ] Verbuigingen: starts (meerv.) plaats waar of tijd dat iets begint Voorbeelden: 'aan de start staan en wachten op het startschot' , 'De start van het project is in januari.' valse start (te vroege start) van start gaan (beginnen) 'De sanering van de bodem kan van start gaan.' Synoniemen: aanv... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/start