goede ankergrond, vooral uit zand of modder bestaand. `Een anker steken` is: een anker vieren. De Haan, Priangan II, blz. 358 noot 2, verklaart de naam als grond `waar bij `t peilen met een stok in gestoken kan worden`. GM1: grond die men met een peilstok nog juist zoveel aansteekt, dat de punt er even in wegzakt [ook: steckgrond]. Gevonden op http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/