Spreekwoorden: (1914) Met hangende pootjes, d.w.z. deemoedig, ootmoedig, nederig, vooral in de uitdr. met hangende pootjes bij iemand komen, - terugkomen; vooral van iemand die gedwongen is zijn tegenstand op te geven; eig. gezegd van een hond, die met hangende pootjes opzit om iets te vragen, te bedelen. Vgl. De geestige... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778