I de stomp zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ stɔmp ] Verbuigingen: stompen (meerv.) 1) harde stoot met je vuist Voorbeeld: 'iemand een stomp geven tegen zijn arm' 2) kort overgebleven stuk (van iets) Voorbeelden: 'Zijn benen zijn geamputeerd en nu zit hij in een rolstoel met twee stompen.' , 'Er ligt nog maar een stom... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stomp
met afgeronde punt vb: deze kerk heeft een stompe toren Tegenstellingen: spits [2] puntig stoot met je vuist of elleboog vb: hij gaf mij een stomp met zijn elleboog Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=stomp