1) Een knoop vormen 2) Een strop leggen om 3) In een strop vangen 4) Strikken 1) Strikken 
blijven steken (toon de herkomst via de etymologiebank)
stropen - Voorbeeld: ‘De bovenrok werd over het hoofd gestropt en stond in lichte, stijfstaande plooien wijduit al onder’
blijven steken
touw ergens strak omheen knopen of bindselen.
Takelonderdelen, meestal bestaande uit lusvormige touwen, gebruikt om iets dat opgehesen, neergelaten, gedragen of opgehangen moet worden, veilig onder controle te houden.
Uit `De lagere vaktalen: De vogelvangerstaal` 1914 hij is aan 't patrijzen stoppen. Die vangst is ook in West-Vlaanderen gekend en staat door De Bo opgegeven.