sudderen werkw. Uitspraak: [ sʏdərə(n) ] Afbreekpatroon: sud·de·ren Vervoegingen: sudderde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesudderd (volt.deelw.) gaar laten worden door zachtjes te koken in een gesloten pan met vocht Voorbeeld: 'Laat de runderlapjes anderhalf uur sudderen.' Synoniem: smoren Dat conflict suddert al heel lang. (... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/sudderen
of stoven: In een afgesloten pan voedsel (bv vlees of kip) gedurende lange tijd in vocht of braadvet zacht en gaar laten worden en dit op een laag vuurtje, zodat het vocht net niet kookt. Zie ook ‘Stoven’. Gevonden op http://www.rrr.nl
Het op een laag vuur langdurig smoren of stoven van gerechten. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10912