
het op elkaars tenen treden, trappen (in een drukte, gedrang); drukte, gedrang - Voorbeeld: ‘
Er is (...) van dan voort, elke zondag, uitgangen der jonkheid naar de fore, met teenterting, kiezen van 't zomerlief en al 't geen er bij hoort...’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.