tekenen werkw. Uitspraak: [ ˈtekənə(n) ] Afbreekpatroon: te·ke·nen Vervoegingen: tekende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getekend (volt.deelw.) 1) met potlood, pen of krijt in lijnen een afbeelding maken Voorbeelden: 'een boom tekenen' , 'technisch tekenen' , 'een getekend portret' 2) je handtekening zetten
1) Aanduiden 2) Aangeven 3) Aannemen 4) Aanstrepen 5) Afbeelden 6) Afbeelden met potlood 7) Akkoord gaan met illustreren 8) Basis-schoolvak 9) Beeldende kunsten 10) Beschrijven 11) Brandmerken 12) Creatieve bezigheid 13) Een handtekening zetten 14) Expressievak 15) Illustreren 16) In lijnen uitbeelden 1) Aanduiden 2) Aangeven 3) Afbeelden 4) Beschrijven 5) Illustreren 6) Karakteriseren 7) Kenmerken 8) Kenschetsen 9) Krijten 10) Malen 11) Markeren 12) Merken 13) Ontwerpen 14) Paraferen 15) Portretteren 16) Schetsen 17) Schilderen 18) Signeren 19) Sjappen 20) Typeren 21) Weergeven 
schilderen; een handtekening zetten (toon de herkomst via de etymologiebank)
Techniek waarbij men met lijnen en punten een voorstelling maakt
een afbeelding van iets of iemand maken vb: hij tekende een landschap
•een tekening maken.
[I] een handtekening zetten [II] schilderen
een handtekening zetten - Jaar van herkomst: 1573 (Plantijn )
Het voortbrengen van zichtbare vormen voornamelijk door delineatie, meestal door het direct aanbrengen van materiaal of het direct werken met een instrument op het oppervlak van de ondergrond.
[neologisme of ex-neologisme] Citaat: "Het vrouwenkoor Scala legt zijn lot in handen van de Duitse afdeling van EMI." Commentaar: Nieuwe betekenis van bestaand woord: "een contract ondertekenen met", of artistieke vrijheid van krantentitel?