schilderen werkw. Uitspraak: [ ˈsxɪldərə(n) ] Afbreekpatroon: schil·de·ren Vervoegingen: schilderde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschilderd (volt.deelw.) 1) met verf bedekken om te verfraaien of te beschermen Voorbeeld: 'de kozijnen laten schilderen' Synoniem: verven 2) met verf een kunstwerk maken...
1) Vereeuwigen 2) Tekenen 3) Afschilderen 4) Afbeelden 5) Penselen 6) Lakken 7) Uitbeelden 8) Portretteren 9) Verven 10) Doe-het-zelf klus 11) Beschilderen 12) Creatieve bezigheid 13) Malen 14) Beeldende kunsten 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Militair), op post staan.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Schilderen``] Op schildwacht staan
verven
Techniek waarbij men met verf door middel van vlekken en vlakken een voorstelling maakt
op schildwacht staan (toon de herkomst via de etymologiebank)
met verf bedekken vb: ik heb de schutting geschilderd
verven; beschrijven
Het aanbrengen van een verflaag op een ondergrond, in de eerste plaats voor bescherming. Gebruik 'schilderen' voor met behulp van verfstoffen gemaakte afbeeldingen die een expressieve of een communicatieve functie hebben