terechtwijzen werkw. Uitspraak: [ təˈrɛxtwɛizə(n) ] Afbreekpatroon: te·recht·wij·zen Vervoegingen: wees terecht (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft terechtgewezen (volt.deelw.) iemand zeggen dat hij of zij iets fout heeft gedaan Voorbeeld: 'Nadat het Kamerlid hem had terechtgewezen, beloofde de minister voortaan anders te handel...
1) Beknorren 2) Bekritiseren 3) Berispen 4) Een standje geven 5) Manen 6) Vermanen 7) Verwijten 8) Waarschuwen 1) Beknorren 2) Berispen 3) Manen 4) Vermanen 5) Verwijten 6) Verwijzen 7) Waarschuwen